Startseite / Toespraak van Zijne Majesteit de Koning - Autoriteiten van het Land (28/01/2016)

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning - Autoriteiten van het Land (28/01/2016)

28 Januar 2016

Hartelijk dank, Mijnheer de Eerste Minister, voor uw goede wensen.

Dames en heren,

Wij beleven nooit eerder geziene veranderingen. Onze generatie is de eerste die zich echt zorgen moet maken over het klimaat. Het aantal migranten wereldwijd is groter dan ooit tevoren. De adembenemende technologische vooruitgang veroorzaakt een vérstrekkende paradigmaverschuiving. Deze omwentelingen treffen de hele wereldbevolking tegelijkertijd en hebben zowel een mondiale als een individuele impact. Ze houden voor ons allen belangrijke beloftes in, maar ook risico's. Ze dragen een immens potentieel aan eenheid in zich, maar evenzeer aan verdeeldheid.

Drie zaken lijken me essentieel: dat we beseffen dat de globale uitdagingen elk van ons individueel raken, dat we zorgen voor een efficiëntere nationale en internationale coördinatie, en dat we met vastberadenheid zowel de korte als de lange termijn aanpakken.

Precies de combinatie van deze factoren heeft het klimaatakkoord van 15 december jongstleden mogelijk gemaakt. Dankzij het besef dat het hier gaat om een probleem op wereldschaal, een slagvaardige internationale coördinatie en de wil om de korte en de lange termijn met elkaar te verzoenen, is men gekomen tot de nodige beslissingen om de opwarming van de aarde te beperken. Maar opdat dit akkoord ook daadwerkelijk effect zou sorteren, voorbij het momentum van de Conferentie, zal een jarenlang volgehouden inspanning nodig zijn. Ik ben ervan overtuigd dat ons land hierin een belangrijke rol kan spelen, zowel door zijn knowhow terzake als door zijn invloed.

Voor de migratieproblematiek dienen we op dezelfde manier te werk te gaan. Het aantal economische, sociale en milieumigranten, ontheemden en vluchtelingen ten gevolge van conflicten neemt elk jaar toe. In die context heeft ons land zijn verantwoordelijkheid opgenomen. België heeft zich daartoe georganiseerd in een geest van openheid en solidariteit, maar ook rekening houdend met ons vermogen om de mannen, vrouwen en kinderen die bij ons om hulp komen, te integreren. We moeten blijven streven naar het delicate evenwicht tussen onze plicht solidair te zijn, onze opvangcapaciteit en de wederzijdse wil tot integratie. De harmonie in onze samenleving, morgen, hangt af van ons vermogen om deze drie dimensies met elkaar te verzoenen.

Dames en heren,

Om greep te krijgen op al deze drastische veranderingen, moeten we alle mogelijke middelen inzetten. Wij beschikken daarvoor, op het lokale, regionale, communautaire of nog federale vlak, over instellingen die des te meer operationeel zijn dat ze werken binnen het Europese kader. In een wereld waarin oude geopolitieke demonen de kop op steken is Europa nog steeds onze grootste troef.  We mogen die niet verspelen.