Eredoctoraat Universiteit Hasselt - Toespraak van Hare Majesteit de Koningin op de LAUDATIO van de Rector van de Universiteit Hasselt

Maatschappelijke bewogenheid voor een menselijker wereld
Mijnheer de Rector,
Geachte Professoren,
Beste studenten,
Dames en heren,
Het eredoctoraat dat de Universiteit Hasselt mij vandaag toekent, laat mij niet onberoerd. Dat ik deze onderscheiding mag ontvangen voor mijn maatschappelijke bewogenheid, maakt dit nog meer bijzonder. Want het betekent dat veel mensen erdoor bereikt werden. Dat het een verschil maakt. Dat er zaken in beweging werden gezet.
Daarom wil ik deze eer graag delen met al die mensen die mij hun steun en vertrouwen hebben gegeven. Al diegenen met wie ik in gesprek ben gegaan. We hebben naar elkaar geluisterd, we hebben samen naar oplossingen gezocht.
Mijn uiteindelijke doel is altijd geweest open te staan voor de andere, zijn of haar waarde te erkennen, een gezicht en een stem te geven aan wie niet gezien en gehoord wordt.
En mijn functie laat mij inderdaad toe om de aandacht te vestigen op wezenlijke, onderliggende behoeften in onze samenleving.
Dames en heren,
Onze huidige maatschappij is steeds vluchtiger. Digitalisering laat alles sneller gaan. Door meer individualisering neemt de sociale verbinding en het maatschappelijk engagement af.
De coronacrisis leerde ons dat mensen elk op hun manier reageren op sociaal isolement en eenzaamheid, voor velen met veel stress tot gevolg. Allen hebben we grote veerkracht moeten tonen om onze kwetsbaarheid en broosheid, zowel maatschappelijk als economisch, te overwinnen. De solidariteit was groot.
Plots was er meer begrip voor de andere; meer erkenning en respect; er werd meer aandacht gegeven en gekregen. De samenhorigheid won aan kracht. Onze maatschappij werd opnieuw een beetje meer samenleven in verbondenheid.
Dit na de pandemie verderzetten, is een hele uitdaging.
De universele ontwikkelingsagenda van de Verenigde Naties geeft een antwoord op vele maatschappelijke uitdagingen. De Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling bevat immers doelstellingen voor een vreedzaam, gezond en veilig bestaan voor de huidige en toekomstige generaties, waarbij niemand wordt uitgesloten. Het is belangrijk dat jongeren nauw betrokken worden in deze dialoog tussen generaties.
We zijn nu halfweg in de uitvoering van deze ontwikkelingsdoelen, de zogenaamde SDGs, en het bilan is genuanceerd naar gelang van de objectieven en de landen. Het is dan ook belangrijk dat de staten een positief gevolg geven aan de oproep van de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties om aanpassingen in onze maatschappij te stimuleren en zo tegemoet te komen aan de verwachtingen van de bevolking.
Als VN-pleitbezorger van de SDGs streef ik ernaar om deze boodschap met optimisme te brengen in mijn activiteiten. Ik wens vooruitgang te boeken en ben vastbesloten om verder te gaan op de ingeslagen weg.
Het is gepast om hier ook het belang te onderstrepen van vrijwilligerswerk, dat hierin een belangrijke rol speelt. Wie zich belangeloos inzet voor de ander of voor de samenleving, zij het in de zorg, het onderwijs, de sport, de culturele sector of voor het algemeen welzijn, verdient alle lof. Vrijwilligerswerk is niet alleen verrijkend voor de vrijwilliger zelf, maar zorgt vooral ook voor sociale verbinding.
Van jongs af aan had ik belangstelling voor, was ik nieuwsgierig naar “de mens”. Ik ben er al lang van overtuigd dat een maatschappij maar welvarend kan zijn, voor zover ook het welzijn van de mensen centraal staat.
Daarom heb ik er de voorbije jaren voor geijverd om mentaal welbevinden meer onder de aandacht te brengen. Ik blijf geloven dat een goed mentaal evenwicht in het leven, een mens sterker maakt. En dat dit op termijn de samenleving in haar geheel ten goede komt.
Ik blijf geloven dat maatschappelijke uitdagingen met succes kunnen worden aangepakt, zolang inzicht in onszelf ook leidt naar inzicht in de andere. Zolang ons gevoel van eigenwaarde gepaard gaat met respect voor onze medemens.
Zo geeft het zich erkend voelen, kracht aan het individu én aan zijn leefgemeenschap.
Dit geldt uiteraard niet alleen voor ons land. Ook ver buiten onze grenzen moeten we blijven waken over het respect voor de integriteit van het individu.
Mijn werkbezoeken in het buitenland hebben mij geleerd dat de mens, gelukkig maar, heel veerkrachtig is. Dramatische gebeurtenissen kùnnen overwonnen worden, op voorwaarde dat de mensen niet aan hun lot worden overgelaten, maar directe steun krijgen van hun omgeving.
Vooral de erkenning als individu is daarbij cruciaal: het gevoel te hebben dat “ik besta” – en het besef dat “bescherming” mogelijk is. Daar gaat het om.
De mens is sterk, maar kan het lang niet altijd alleen aan.
Vorig jaar bezocht ik in de Democratische Republiek Congo het Panzi ziekenhuis in Bukavu. De getuigenissen over het geweld tegen vrouwen in deze onstabiele regio hebben mij sterk aangegrepen. Hun verhalen raakten mij diep, maakten mij stil. Maar terzelfdertijd ook opstandig. Ik heb de slachtoffers beloofd om hun stem te zijn, waar en wanneer ik het kan. Ik kan en zal het voor hen blijven opnemen, namens hen spreken, om zo de aandacht van de internationale gemeenschap vast te houden.
Ik ben de Universiteit Hasselt dankbaar voor dit eredoctoraat, dat ik graag opdraag aan al die kwetsbare mensen die dagelijks moeten vechten om een waardig bestaan te kunnen leiden – of gewoon om te overleven.
Ik hoop dat mijn pleidooi voor een warmere samenleving gehoor zal blijven vinden.
Ik hoop vooral ook dat de jonge generaties die vandaag gevormd worden, ook aan deze universiteit, zich in de toekomst zullen inzetten voor een duurzame, maar bovenal een meer menselijke wereld.