Home / Agenda / Toespraak van Zijne Majesteit de Koning aan de Overheden van het land

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning aan de Overheden van het land

30 januari 2020

Mevrouw de Eerste Minister,

De Koningin en ik danken u voor uw vriendelijke wensen. Ik dank u en de leden van de regering ook voor de manier waarop u het land in deze periode van lopende zaken bestuurt.

Dames en heren,

Het afgelopen jaar hebben weer heel wat landgenoten een ereteken voor moed en zelfopoffering ontvangen. Omdat ze iemand hebben bevrijd die in een autowrak gekneld zat. Hun buren uit een verwoestende brand hebben gehaald. Of een kind van de verdrinkingsdood hebben gered.

De toewijding uit zich ook in de zorg voor zieken en ouderen. In het onderwijs. In het leger, de veiligheids- en hulpdiensten. Wanneer brandweerlieden hun leven wagen - en daarbij soms omkomen, zoals enkele maanden geleden in Beringen. Of wanneer onze soldaten gewond raken, zoals onlangs nog in Mali, tot tweemaal toe. Of nog wanneer uitgerekend politiemensen of hulpverleners het slachtoffer zijn van geweld, terwijl ze hun medeburgers te hulp komen.

Dankzij onze geest van samenwerking en het wederzijds vertrouwen, slaagt ons land erin, kwalitatief hoogstaande diensten en een hoge levensstandaard aan zijn inwoners aan te bieden. Wij ijveren er samen voor om onze openbare diensten steeds efficiënter en onze ondernemingen performanter te maken. In sectoren als chemie en gezondheid en in het domein van de cultuur hebben wij wereldwijd een ijzersterke reputatie. En wij hebben ons de afgelopen jaren aan de top gehesen inzake offshore windmolentechnologie.

Vandaag moeten we meer dan ooit onze krachten bundelen en alle geledingen van het land mobiliseren.

Na de verkiezingen van mei jongstleden, is de nieuwe Europese Commissie aan de slag gegaan.

Zij biedt positieve en concrete antwoorden op de uitdagingen van deze tijd. Op het verlangen van zovelen, vooral jongeren, om de toekomst van onze planeet duurzaam veilig te stellen. In België zijn de nieuwe regionale en communautaire regeringen opgestart, met politieke verantwoordelijken uit soms zeer verschillende strekkingen.

Dames en heren,

Wij hebben nu ook op het federale niveau nood aan een visie voor de toekomst, aan goed doordachte oplossingen voor het hele land. En aan een ploeg die ze samen met overtuiging en krachtdadig uitdraagt.

De tijd is gekomen om de inspanningen van de voorbije acht maanden te verzilveren, exclusieven te laten vallen en eindelijk een volwaardige regering te vormen. Ik ben mij natuurlijk bewust van de moeilijkheden die nog moeten overwonnen worden. Laten we realistisch en verantwoordelijk zijn. Door naar overeenstemming te streven, ten bate van het algemeen belang. Door echte compromissen te sluiten: akkoorden, waarbij alle partijen sommige van hun eisen laten vallen, zodat het geheel er uiteindelijk bij wint.

Dat is ook de terechte verwachting van onze medeburgers, die verlangen naar stabiliteit en daadkracht. Hun geduld mag niet gezien worden als onverschilligheid.

Zij zijn zich zeer goed bewust van de opwarming van het klimaat en de uitputting van de aarde. Van de schrijnende armoede, ook bij ons. Van de noodzaak de sociale samenhang te versterken. Onze openbare financiën op orde te brengen en natuurlijk ook onze economie in volle transitie stevig te ondersteunen.

Zij weten dat wij ook op wereldvlak een verantwoordelijkheid hebben, in een wereld die af te rekenen heeft met acute crisissen, diepe breuklijnen, fundamentele meningsverschillen. België kan en moet ertoe bijdragen daar oplossingen voor te vinden.

Dag na dag brengen geëngageerde burgers het bewijs van de kracht en het enorme potentieel van ons land. Ze werken samen, gedreven door een gedeeld gezond verstand, dat ons zo eigen is – zowel in het noorden als het zuiden van het land. Zij tonen hun vertrouwen in de toekomst door zichzelf heruit te vinden en in te zetten op de lange termijn.

De bevolking verwacht nu dat diezelfde gedrevenheid versterkt doorgetrokken wordt in verantwoordelijk en kordaat handelen, op elk beleidsniveau.

Dames en heren,

Over tien jaar viert ons land zijn tweehonderdste verjaardag. Wij zullen dan trots kunnen zijn op wat we zullen hebben verwezenlijkt – en de toekomst met vertrouwen tegemoetzien. Laten we ons samen op die afspraak in 2030 voorbereiden.

Dames en heren,

De Koningin en ik wensen u allen een mooi en gelukkig nieuw jaar toe.