Home / Agenda / Toespraak van Zijne Majesteit de Koning aan de Overheden van het land

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning aan de Overheden van het land

31 januari 2023

Hartelijk dank, mijnheer de Eerste Minister, ook namens de Koningin, voor uw warme wensen.

 

Dames en heren,

Ik ben blij u opnieuw hier in het Paleis te kunnen verwelkomen. En zo een mooie traditie voort te kunnen zetten, die door de COVID-pandemie na januari 2020 was onderbroken.

Dit jaar begint in grote onzekerheid, in een uiterst beladen internationale context.

In deze tijden van crisis heeft de overheid een grote verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die wordt gedragen door alle machtsniveaus die hier vandaag aanwezig zijn.

Het was niet makkelijk, maar ons land heeft de vele schokken van de afgelopen tijd, waarvan de meeste van buitenaf komen, goed doorstaan.

Laten we hopen dat 2023 meer rust brengt, zodat we de nodige hervormingen sneller kunnen doorvoeren.

We hebben nog altijd veel sterke troeven in handen – en we kunnen ze nog meer ontwikkelen.

Ons innovatievermogen wordt geregeld door internationale instanties erkend.

Zowel federaal als regionaal scoren we hoog – of het nu gaat om halfgeleiders, de gezondheidszorg, de ruimtevaart of circulaire economie, Dankzij die successen kunnen we aan de spits blijven staan – en kunnen we de komende jaren met een verhoogd concurrentievermogen tegemoet gaan.

Dankzij deze sterktes zullen we ook de cruciale uitdaging van de werkgelegenheid de baas kunnen.

Ons land is zijn achterstand op het Europese gemiddelde stilaan aan het wegwerken. Maar er is nog een weg te gaan. De rectoren van onze universiteiten herinnerden me er onlangs nog aan dat er voor 100 vertrekkende werknemers slechts 82 nieuwkomers zijn. De uitdaging is dus enorm. Het zal er met name op aan komen, meer jongeren en burgers met een migratieachtergrond tewerk te stellen – en nieuwe, flexibele en creatieve benaderingen uit te denken.

 

Dames en heren,

Naar aanleiding van recente gebeurtenissen wil ik graag de volgende overheidsinstellingen voor hun mooie werk feliciteren; de magistratuur en alle diensten die bijdragen tot het in stand houden van onze rechtsstaat en tot de bescherming van ons allen: de federale, lokale en gerechtelijke politie, de administratieve politiediensten, de douane – en ook de civiele en militaire inlichtingendiensten.

De resultaten van de afgelopen weken en maanden tonen aan hoe gedreven en doeltreffend ze zijn bij het bestrijden van criminele organisaties.

Ons land staat in de voorhoede in de strijd tegen corruptie. Corruptie hoort niet thuis in onze samenleving. Elke daad van omkoperij moet worden tegengegaan, de straffeloosheid bestreden. Het gaat daarbij om de waardigheid en het behoud van onze democratische instellingen. Dat is ook wat ons onderscheidt van autocratieën.

Justitie is een fundamentele pijler van onze rechtsstaat. Onze wetten moeten worden gerespecteerd en toegepast. Maar het gaat ook om rechtvaardigheid, een deugd om te koesteren, die ons gedrag moet leiden – en zo de sociale cohesie voedt.

Ik ben dan ook heel bezorgd om de ernstige, verwerpelijke aanvallen op onze hulp- en politiediensten van de afgelopen weken en maanden. Wij mogen zulk gedrag niet tolereren en moeten ervoor zorgen dat dit nooit meer gebeurt. Daarvoor is bewustmaking nodig op alle niveaus, ook binnen de betrokken gezinnen.

Ons gerecht wordt ook geconfronteerd met een steeds gewelddadiger drugscriminaliteit. Met ernstige gevolgen voor onze medeburgers en onze hele samenleving. Dit geweld moet worden bestreden. Maar we moeten ook de oorzaken van verslaving aanpakken, meer investeren in preventie – en de jongeren beschermen tegen de valse beloften die hen door het nemen van drugs worden voorgespiegeld.

Laten we, daarnaast, hopen dat het proces van de aanslagen van 22 maart in alle sereniteit zal verlopen, met respect voor het recht én het leed van de slachtoffers. En dat er een einde komt aan de tragische cyclus van geweld, die in 2014 is begonnen met de aanslag op het Joods Museum in Brussel.

 

Dames en heren,

De onrust op het wereldtoneel verplicht ons onze economie te herindustrialiseren. En de klimaaturgentie dwingt ons ze te herdenken. Het is belangrijk beide zaken met elkaar te verzoenen – en ons tegelijkertijd op de buitenwereld te blijven richten.

Zo bereidt ons land zich al actief voor op het roulerend voorzitterschap van de Europese Unie, met als doel een steviger en eendrachtiger Europa.

Onze diplomatie kan blijven rekenen op de steun van de Koningin, Prinses Astrid en mijzelf om ons land op de kaart van Europa en de wereld te blijven plaatsen.

Wij zullen de komende maanden vaker naar het buitenland reizen, met name om onze bedrijven te helpen nieuwe kansen en afzetmarkten te vinden en om de Doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te verdedigen.

Onze ondernemingen en onderzoeksinstellingen zijn heel aanwezig bij de verovering van de ruimte of het zoeken naar nieuwe energiebronnen, waaronder groene waterstof, om onze welvaart van morgen te verzekeren. We zullen ze met overtuiging blijven ondersteunen.

Op het internationaal politieke vlak zal ik, samen met de regering, al het mogelijke blijven doen opdat er een einde zou komen aan het conflict in Oost-Congo, deze tragedie die zoveel onschuldige slachtoffers eist. Ook dat is een zaak van rechtvaardigheid en waardigheid. En ik hoop van harte dat de overheden die u vertegenwoordigt zich, met al hun knowhow, zullen blijven inzetten voor de Congolese samenleving.

En wij zullen, tot slot, Oekraïne blijven steunen tegen de Russische agressie. De strijd van de Oekraïners voor hun vrijheid moet uiteindelijk zegevieren.

Anders dreigt een opleving van autoritaire regimes in de wereld.

Het is daarom des te belangrijker dat we, in eigen land en in heel Europa, een samenleving in stand houden waarin het recht en rechtvaardigheid overheersen. Anders zou hun strijd zinloos zijn.

 

Dames en heren,

De Koningin en ik wensen u, samen met alle leden van de koninklijke familie, een gelukkig en voorspoedig nieuw jaar.