Toespraak van Zijne Majesteit de Koning aan de Overheden van het land
Hartelijk dank, mijnheer de Eerste Minister, voor uw wensen, alsook voor al het werk van het afgelopen jaar.
De Koningin en ik verwelkomen u dit jaar uitzonderlijk in Laken omdat het Koninklijk Paleis een verjongingskuur ondergaat die ook het imago van Brussel en ons land ten goede zal komen.
Dames en heren,
In het licht van het groeiend aantal geopolitieke conflicten en de wereldwijd toenemende spanningen blijft Europa een stevig houvast bieden, gebouwd op de beginselen van integratie en samenwerking, niet overheersing.
Ik heb kunnen vaststellen hoe tevreden de Europese leiders zijn dat ons land de komende zes maanden de teugels van de Raad van de Europese Unie overneemt. Ze stellen vertrouwen in ons. Ongetwijfeld omdat wij een van de lidstaten zijn waar de betrokkenheid bij het Europese project nog sterk leeft. Maar ook omdat pragmatisme en het zoeken naar oplossingen ons eigen zijn. Het is nu aan ons om, tijdens het Belgisch Voorzitterschap, te tonen dat de Europese Unie de problemen van de burgers aanpakt en resultaten boekt.
Dames en heren,
In België staan dit jaar twee belangrijke afspraken met de democratie op de agenda. We worden gevraagd om ons uit te spreken over de toekomst die we voor onszelf willen.
Dit doet ons eraan herinneren dat in onze samenleving iedereen zich kan inzetten, in zijn dagelijks leven, bij vrijwilligersorganisaties of in de politiek.
U, die de overheden van het land vertegenwoordigt en wiens inzet voor de publieke zaak ik ken, u tekent en versterkt dag na dag het kader waarin deze samenleving kan bloeien. Om te kunnen functioneren en evolueren, heeft de samenleving een staat nodig, die naar haar luistert en haar ondersteunt. Ieder van u belichaamt deze staat die, in alle omstandigheden, de beste beschermer blijft van het algemeen belang.
Ik koester de hoop dat we ons kunnen verenigen rond ambitieuze doelstellingen en gemeenschappelijke projecten, waarin alle overheden hun rol spelen en daarbij steeds eensgezindheid nastreven.
Dames en heren,
Een eerste doelstelling kan zijn, te blijven werken aan de toenadering tussen de openbare en private sector op het gebied van onderwijs. De Gemeenschappen hebben al belangrijke hervormingen van onze onderwijssystemen in gang gezet. Ook al vergt het tijd en middelen, investeren in onderwijs blijft de beste wissel op de toekomst. Actieterreinen zoals het duaal leren en permanente vorming kunnen verder worden ontwikkeld. De volgende legislatuur biedt hier mooie vooruitzichten. Ik zal zulke initiatieven met belangstelling blijven volgen en aanmoedigen.
Een tweede streven kan zijn, onze economie bij te staan om de veranderingen aan te gaan die onze tijd kenmerken – bij de nieuwe manieren van produceren en consumeren, die onze gewoonten door elkaar schudden. Laten we die veranderingen werkelijk zien als kansen en onze krachten bundelen om onze economie te transformeren. Sommige van onze sterke punten daarbij zijn welbekend, te beginnen met ons hoge niveau van onderzoek en ontwikkeling. Andere zijn nog te weinig bekend. Een daarvan, waarin we goed presteren, is de circulaire economie – de meervoudige benadering die een opwaartse spiraal creëert tussen het optimale gebruik van grondstoffen, recyclage en hergebruik.
Door het aandeel van de circulaire economie in ons BBP nog te vergroten, voldoen we aan drie heel actuele doelstellingen: we stimuleren zo de lokale productie, we verminderen onze milieu-impact en we creëren banen, ook voor laaggeschoolden. Hier lijken me daarom enorme groeimogelijkheden liggen, die zowel onze welvaart als onze bijdrage aan de strijd tegen klimaatverandering ten goede komen.
Een derde ambitie zou moeten zijn: het verder versterken van onze sociale cohesie. België scoort internationaal goed wat gelijke kansen betreft. Maar er heerst nog veel bestaansonzekerheid, ze neemt zelfs toe, deels als gevolg van de klimaat- en energiecrisis.
Te veel gezinnen wonen nog steeds in ongezonde woningen die te veel energie verbruiken en niet beschikken over basisvoorzieningen, soms zelfs geen stromend water hebben.
We moeten zo snel mogelijk aan deze toestanden een einde maken. Met mijn actieve steun zal de Koningin zich ten volle blijven inzetten voor het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, waarvan armoedebestrijding onlosmakelijk deel uitmaakt.
En tot slot, dames en heren, kunnen we niet voorbijgaan aan de enorme uitdagingen die de opmars van artificiële intelligentie met zich brengt, met haar voor- en nadelen. Want ze zal een diepgaande invloed hebben op onderwijs en vorming, de werkgelegenheid, de zorg, innovatie.
Op zeer korte termijn zal het erop aankomen de gebruikers van artificiële intelligentie – en in feite zijn we dat allemaal – bewust te maken van wat die allemaal inhoudt. Maar het is ook de verantwoordelijkheid van de overheden, met de steun van Europa, die ontwikkelingen stevig te omkaderen.
Dames en heren,
We weten dat onze democratie, al is ze complex, ons kostbaarste bezit blijft. Hetgeen waarop de staat kan en moet bouwen om de burgers een omgeving te bieden waarin ze zich kunnen ontplooien en de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien.
De Koningin en ik, samen met onze hele familie, wensen u een nieuw jaar van vrede en geluk.