Toespraak van Zijne Majesteit de Koning der Belgen bij het staatsdiner aangeboden door Zijne Excellentie de heer Emmanuel Macron, President van de Republiek Frankrijk, Élysée-paleis, 14 oktober 2024

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning der Belgen bij het staatsdiner aangeboden door Zijne Excellentie de heer Emmanuel Macron, President van de Republiek Frankrijk, Élysée-paleis, 14 oktober 2024
Mijnheer de President,
De Koningin en ik zijn verheugd hier samen met u in Parijs te zijn, zes jaar na uw Staatsbezoek aan België. Daaraan bewaren we een erg dierbare herinnering.
Uw uitnodiging vandaag vormt een uitstekende gelegenheid om de zo innige banden tussen Frankrijk en België te versterken en er het glas op te heffen. Die banden zijn des te belangrijker in een tijdperk waarin de wereld steeds meer lijkt te verbrokkelen.
Ik wil u eerst en vooral hartelijk feliciteren voor de uitmuntende organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen. Dat indrukwekkende feest voor lichaam en geest kende met Parijs een schitterende schouwplaats. Frankrijk wist de atleten sierlijk samen te brengen rond universele waarden: wederzijds respect en waardigheid, zowel in winst als verlies. De wereld stond een moment stil, was even in vervoering en vergaapte zich.
Vanavond staan onze nationale voetbalploegen tegenover elkaar en heerst diezelfde geest van vriendschap en fair play. Hoewel ik natuurlijk stiekem mijn hoop in het Belgische team stel…
Fransen en Belgen delen meer dan enkel een grens: ze zijn verbonden door een diepe en oprechte vriendschap. Doorheen de geschiedenis hebben onze beide landen steeds een gezamenlijk traject gevonden, met gedeelde projecten. Daarbij dienen de hertogen van Bourgondië als voorbeeld. Ze waren telkens opnieuw onderweg tussen Brussel, Gent, Brugge en Dijon.
Voor die vriendschap tussen buren en neven had generaal de Gaulle op deze plek lovende woorden te over tijdens het bezoek van Koning Boudewijn in 1961: ‘Sedert het bezoek van Albert I kunnen België en Frankrijk niet anders dan elkaar waarderen, elkaars bondgenoten zijn en van elkaar houden.’
Toch mogen we niets voor lief nemen. Net zoals bondgenootschappen, vragen vriendschappen erom steeds opnieuw te worden gesterkt en onderhouden.
De Russische agressie tegenover Oekraïne maakt het meer dan ooit noodzakelijk om inzake defensie samen te werken. Onze gezamenlijke inspanningen rond het CaMo-bewapeningsprogramma voor de landmacht zijn daar een mooi voorbeeld van.
We hebben ook onze samenwerking rond hernieuwbare energie versterkt. We gaan de klimaatuitdagingen samen aan in de geest van de Overeenkomst van Parijs.
Onze onderzoekers bundelen ook hun talenten om pandemieën en ernstige ziektes te bestrijden. Daarmee bieden ze talrijke patiënten een sprankje hoop.
De wereldwijde uitdagingen die op ons afkomen, zijn zo omvangrijk dat oplossingen niet alleen van onze landen kunnen komen. Er is een steeds nauwere Europese samenwerking voor nodig.
Mijnheer de President, ik weet dat u als vurige pleitbezorger van die Europese visie een vaandeldrager van de ambitie van ons continent bent.
Aan de Sorbonne heeft u er terecht aan herinnerd dat ‘Europa eindig is. Ze kan doodgaan’. Met die woorden roept u op actie te ondernemen. We moeten samen, met alle burgers en drijvende krachten in onze landen, Europa die ‘tweede adem’ inblazen die een echte ‘Europese geest’ zal doen ontstaan.
Die Europese geest spoort ons aan onze verschillen te overstijgen zonder ze ooit te laten verdwijnen, om samen een plek te bouwen waar onze gezamenlijke waarden opbloeien en onze talenten elkaar versterken.
Op die manier kunnen we bijvoorbeeld nieuwe geslaagde projecten in de lijn van Airbus het daglicht laten zien. Zoals Enrico Letta het al aanhaalde, moeten we eveneens een sterke identiteit smeden, die met een trots hoofd andere visies op de wereld tegemoet kan treden.
Frankrijk kan zoveel aan dat project bijdragen. Zo is er bovenal dat aangeboren gevoel voor grootsheid, dat de Fransen sinds de nevelen der geschiedenis aanzet tot dromen, zich verzetten, innoveren, en slagen.
Binnen die grote Europese familie hebben wij, Belgen, eveneens van bij het begin een voortrekkersrol gespeeld. Onze openheid tegenover de wereld en ons gevoel voor compromis zijn essentieel in de ontwikkeling en de werking van ons politieke model.
Als we willen dat onze landen nog meer uitstraling verwerven, moeten we samen die strategische energie- en industriële autonomie dringend opbouwen. U stond die Europese soevereiniteit al in 2017 voor. Die willen we vandaag ook echt werkelijkheid zien worden.
Ik wil hierbij de sleutelrol onderstrepen die u, Mijnheer de President, heeft gespeeld bij het nemen van ongeziene stappen vooruit in Europa, zoals de invoering van gezamenlijke schulduitgifte om onze economieën te herstellen.
Mijnheer de President,
In deze wereld, waarin alom onzekerheid heerst, wil ik ervoor pleiten dat we tegenover iedereen een grotere blijk van verantwoordelijkheid aan de dag leggen. ‘Het noodlot is niemand, verantwoordelijkheid is iemand’, schreef Paul Ricoeur, die grote filosoof die zoveel voor u heeft betekend en die in Leuven lesgaf. Vandaag moeten we meer dan ooit ons lot in handen nemen, en onze rol in de herschikking van de wereld ten volle opnemen.
Mijnheer de President, ik dank u dat u de vriendschap tussen onze twee volkeren zo hoog in het vaandel draagt. In die geest van vriendschap verzoek ik u, dames en heren, het glas te heffen op de gezondheid van de President en mevrouw Macron.