Home / Agenda / Toespraak van Zijne Majesteit de Koning - negentigjarige bestaan van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning - negentigjarige bestaan van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek

28 mei 2018

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning der Belgen

ter gelegenheid van het negentigjarige bestaan van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek

Waterloo, dinsdag 29 mei 2018

 

Mijne heren Ministers, Dames en heren,

De weg die het wetenschappelijk onderzoek sinds 1928 in ons land heeft afgelegd leest als een spannend avontuur, waarbij kwaliteit en dynamisme steeds vooropstonden. Bij deze viering van het negentigjarige bestaan van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, denk ik in de eerste plaats aan u, de onderzoekers, die door uw dagelijkse inzet, bijdragen tot de vooruitgang van de wetenschap en bijgevolg, van de samenleving.

In zijn toespraak van Seraing in 1927 herinnerde mijn overgrootvader Koning Albert aan zijn ambitie om bij te dragen tot de bloei van de Belgische industrie en handel. Hij bracht hulde aan de deskundigheid, de vooruitziendheid en de gedrevenheid van de Belgen.  En voor een gehoor van industriëlen hield hij een bevlogen betoog om onderzoekers aan te moedigen en de wetenschap te steunen.  Zijn mobiliserende boodschap heeft duidelijk vruchten afgeworpen.

Negentig jaar later blijkt de teelgrond van het onderzoek en de ontwikkeling in België nog even vruchtbaar te zijn. Ons land wordt erkend voor de creativiteit van zijn onderzoekers, de bekwaamheid van zijn ingenieurs en zijn arbeidskrachten, het scherpe inzicht van zijn ondernemers. Wij onderscheiden ons ook door de zeer nauwe samenwerking tussen de academische en de bedrijfswereld. De financiële middelen, die door de overheid en door de privésector aan onderzoek worden besteed, nemen toe. In de loop der jaren hebben we in heel wat speerpuntdomeinen de kansen aangegrepen die zich aanboden. Denken we maar aan de biotechnologie, de medische wetenschap of de nanotechnologie. Meerdere van onze universiteiten prijken bovenaan het klassement qua innovatie. Wij trekken onderzoekers uit heel de wereld aan. Wij maken het verschil in uiterst gespecialiseerde vakgebieden.

Dames en heren,

Als we “vooruit willen blijven op onze tijd”, zoals Koning Albert het zei, is een bundeling van onze krachten en een samenwerking op alle vlakken onontbeerlijk. Blijven investeren in onderzoek is vandaag meer nog dan honderd jaar geleden een absolute noodzaak. De fundamentele veranderingen die we vandaag meemaken verplichten ons ertoe: onze multipolaire wereld, onze geglobaliseerde economie, de niet te stuiten vooruitgang in domeinen als biologie en digitalisering, om nog maar te zwijgen van de ecologische en demografische uitdagingen die zich op beklemmende wijze aan onze generatie opdringen. Of het nu is om ons aan die veranderingen aan te passen of om ze proberen te bedwingen, wij zullen daarbij in ieder geval een beroep moeten doen op al onze technische en wetenschappelijke vaardigheden en op de grootste creativiteit en inzicht waar we toe in staat zijn.

De omvang van de uitdagingen waar we voor staan vereist dat we bewust worden van het feit dat het niet in de eerste plaats de praktische bruikbaarheid of de opbrengst is die ons moeten leiden, maar wel de bevordering van het menselijke in al zijn dimensies. Het fundamenteel onderzoek is in die zin de ziel van wetenschap en vooruitgang.

Wetenschappelijk onderzoek steunt op de verwondering, de wil om te kennen en de zoektocht naar zingeving, die in de menselijke aard ingebakken zit. Wij proberen immers zin te geven aan ons leven maar ook onze levensomstandigheden te verbeteren.

De toekomst van een land begint bij het bevorderen van de wetenschap. Wij zijn het daarom onszelf verplicht onze onderzoekers te steunen. Niet allen door hun zoektocht naar wetenschappelijke waarheid, die al te dikwijls gediscrediteerd wordt, naar waarde te schatten maar ook door fundamenteel onderzoek als het hart van het onderzoek te stimuleren. Laten we ook onze leerkrachten blijven aanmoedigen, die niet alleen hun kennis maar ook hun passie overdragen en zo nieuwe wetenschappelijke roepingen doen ontluiken.

Gestoeld op een vertrouwen in de rede en in de mens, draagt onderzoek een dubbele hoop in zich: dat het inderdaad op termijn uitmondt in toepassingen die ons dagelijks leven kunnen verbeteren, maar ook, meer diepgaand: dat het de basis legt voor een dialoog tussen mensen, in het respect voor de waarden van de mensheid. Om gangbare zienswijzen te overstijgen, om standpunten met elkaar te delen, om complexe problemen te doorgronden, daar is echte vrijheid van denken voor nodig en vertrouwen in het heilige vuur van de onderzoekers. In een tijd die gekenmerkt wordt door ongeduld, onmiddellijkheid en snel gewin, is het essentieel om ademruimte te scheppen voor creativiteit. Dat is precies wat FWO en FNRS doen.

Het is ook van belang dat we ontmoetingsplaatsen creëren waar onderzoekers van verschillende disciplines, gemeenschappen en nationaliteiten, evenals universiteiten en ondernemingen, elkaar vinden. Het verheugt me in dat verband dat gemeenschappelijke onderzoeksprogramma’s tussen instellingen uit het noorden en het zuiden van het land verder zullen worden ontwikkeld. Ook wat men « open wetenschap » noemt, het delen van onderzoeksresultaten en -gegevens door het creëren van een klimaat van open onderzoek, kan de ontwikkeling van onze gezamenlijke kennis alleen maar bevorderen. Want al deze interacties dragen bij tot een echte kruisbestuiving.

Dames en heren,

De uitdagingen waar onze samenlevingen voor staan zijn complex en met elkaar verstrengeld. Zij vergen een constant engagement en een visie op de lange termijn. Deze verjaardag van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek is de gelegenheid bij uitstek om de mooie afgelegde weg in herinnering te brengen – maar ook om er inspiratie uit te putten om aan onze toekomst te blijven werken. Ik ben ervan overtuigd dat uw werkzaamheden van vandaag daar zeker toe zullen bijdragen. Mogen FWO en FNRS “de vrijheid tot zoeken” bewaren, zodat ze “nieuwe horizonten kunnen blijven openen”.