Home / Agenda / Toespraak van Zijne Majesteit de Koning tot de Overheden van het Land - 2014

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning tot de Overheden van het Land - 2014

29 januari 2014

Geachte Premier,

Hartelijk dank voor de vriendelijke nieuwjaarswensen die u namens de Overheden van ons land aan mij en mijn echtgenote, alsook aan mijn familie hebt gericht.

Dames en Heren,

U draagt allen een bijzondere verantwoordelijkheid voor ons land. De behartiging van het algemeen belang vereist moed, geduld en vastberadenheid. Ik wil u hier dan ook mijn dankbaarheid betuigen voor uw inzet en voor de daadkracht waarmee u uw ambt uitoefent. Ik wens eveneens hulde te brengen aan het werk dat door mijn vader, Koning Albert II, is verricht gedurende de twintig jaren van zijn koningschap, in volle vertrouwen met alle overheden van het land.

Dames en Heren,

Dit jaar herdenken we het begin van de Grote Oorlog - een oorlog die aan miljoenen mensen het leven heeft gekost, mannen en vrouwen uit alle werelddelen, van wie de meesten op ons grondgebied en in Noord-Frankrijk aan de beslissende strijd hebben deelgenomen.

Hoewel Koning Albert I er alles aan deed om nutteloos bloedvergieten te voorkomen, betaalde ons land een zware tol. Al te veel soldaten lieten er hun leven bij, van Luik tot Ieper, op het slagveld en in de loopgraven. En bij de invasie werden duizenden burgers gedood.

Deze herdenking is de gelegenheid om eer te bewijzen aan onze voorouders die deze duistere tijden moedig en waardig hebben doorstaan. We zullen ook onze erkentelijkheid betuigen aan allen die soms van de andere kant van de wereld aan onze zijde zijn komen strijden. Laten wij, met de herinnering aan de Eerste, maar ook aan de Tweede Wereldoorlog, de vrede en de veiligheid die de Europese Unie en het NAVO Bondgenootschap ons geschonken hebben, in gedachten houden.

Dames en Heren,

Na het einde van de Eerste Wereldoorlog hebben onze regeringen met de steun van mijn overgrootvader ons land op een nieuwe leest geschoeid.

Op het politieke vlak zette ons land een grote stap vooruit door de invoering van het enkelvoudig mannelijk stemrecht. Nieuwe lagen van de bevolking konden zo eindelijk deelnemen aan het bestuur van het land. Hoewel het stemrecht voor vrouwen pas later in voege trad, ging toen de deur open naar ontvoogding, gelijkheid van kansen en gelijkberechtiging. Al bleef echte taalgelijkheid vooralsnog uit, het onderwijs verliep gelukkig hoe langer hoe meer in alle landstalen.  Met de werkdag van 8 uur en het stakingsrecht werden toen ook op sociaal gebied de bakens verzet. België werd zo het land van alle Belgen.

Toen hebben we dus ook samen onze economie weer opgebouwd.  Een paar weken geleden was ik in Gent voor de 85ste Verjaardag van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. Samen met zijn Franstalige tegenhanger gaat dit Fonds terug op de oproep van Koning Albert I om de welstand van land en volk te verbeteren met de hulp van wetenschap en onderzoek. De leerplicht tot 14 jaar en de brede uitbouw van het beroepsonderwijs sloten daarbij nauw aan. Sindsdien hebben we volop geïnvesteerd in talent. Dat bleek toen het juiste spoor. Dat is het nu nog.

Dames en Heren,

De staatshervorming die onlangs werd goedgekeurd zal de federale Staat en onze Gewesten en Gemeenschappen toelaten om de uitdagingen van de toekomst beter aan te gaan. Ze schept ook nieuwe ruimte voor samenwerking.  In het hart van Europa zal België het bewijs blijven leveren dat wij, bouwend op de verschillen in taal en cultuur, erin slagen andermans visie in ons op te nemen, en zo tot breder gedragen oplossingen komen.

Het integreren van verschillende standpunten is ook het recept dat ons land met succes toepast op het economische vlak. Meer dan ooit is ons model, waarin concurrentiekracht en sociale rechtvaardigheid samen gaan, onze sterkte. De competitiviteit van onze bedrijven is onontbeerlijk voor het behoud van onze rijkdom en dus van ons sociaal model. Zo is welvaart ook het resultaat van zowel de individuele inzet van elkeen, als van de gezamenlijke inspanningen van de maatschappij die de kansen daartoe schept. Een samenleving waarin niet wordt gedeeld, is haar naam niet waardig.

Dames en Heren,

We weten allemaal dat de plaats van België in Europa en wereldwijd beslissend is voor onze toekomst. Hierbij wil ik de vele landgenoten bedanken die in binnen- en buitenland bijdragen tot de uitstraling van ons land.

Vorige week hebben mijn echtgenote en ik met sommigen onder u deelgenomen aan het World Economic Forum in Davos. Wij hebben daar nauw samengewerkt om de grote economische spelers van de wereld te wijzen op de mogelijkheden die België te bieden heeft. Wij hebben het in Davos ook uitgebreid gehad over de onderlinge afhankelijkheid van alle landen ter wereld. Laten we daarom de openheid naar de wereld en de open geest die ons kenmerkt, blijven stimuleren.

De golven die de globalisering veroorzaakt tonen hoezeer onze veiligheid en onze voorspoed verankerd zijn in de Europese Unie. De Unie kent heel wat moeilijkheden, maar alleen dankzij haar kunnen wij wegen op de gevolgen van de globalisering. Natuurlijk is de Unie niet af, en natuurlijk kan alles beter. Maar zij is en blijft onze beste troef. Sinds meer dan 60 jaar bevindt België zich in het hart van de Europese Unie. Dankzij haar hebben we onze horizon kunnen verruimen en hebben we aan kracht gewonnen. Europa is een positief, toekomstgericht project. Tenslotte is Europa ons erfgoed, het hoort ons toe. Laten we er ons blijven voor inzetten.

Dames en Heren,

Ik zie dit nieuwe jaar hoopvol tegemoet. Dankzij de verkiezingen in mei zal ons land zich opnieuw herbronnen. Daarnaast zal België de vruchten beginnen te plukken van de recente staatshervorming. Met de gestage terugkeer van de groei zal onze economie eens te meer welvaart en welzijn kunnen afleveren. Laten we daar samen het beste uit halen. Ik wens u allen een voorspoedig en geslaagd 2014.